- 1,25 dl water
- 50 g boter
- 2 tl zout
- 65 g bloem
- 3 eieren
Voor de vulling:
- 250 g roomkaas
- 2 el fijngesneden bieslook
- 1 teentje knoflook. geperst
- zout en peper
Voor de garnering
- 2 blaadjes gelatine
- 1 dl rode port
- 100 g roomkaas
- Benodigdheden:
- een spuitzak
Werkwijze:
- Week de gelatine in water. Breng de rode port aan de kook en los de gelatine hierin op. Schenk het mengsel in een kommetje of een plaatje en laat het opstijven
- Verwarm de oven voor op 200 °C. Breng in een pan het water met de boter en het zout aan de kook. Roer de gezeefde bloem in een keer door het mengsel en laat het dan circa 3 minuten op middelhoog vuur garen; roer het mengsel regelmatig door. Hooi de pan van het vuur en laat het beslag iets afkoelen.
- Roer dan een voor een de eieren door het beslag en schep het in een spuitzak. Spuit op een met bakpapier beklede bakplaat kleine bolletjes beslag (circa 30 stuks). Strijk met een beetje water voorzichtig eventuele puntjes weg. Bak de soesjes in circa 15-20 minuten goudbruin en gaar
- Roer voor de vulling de roomkaas, het bieslook, de knoflook en wat zout en peper door elkaar. Schep het mengsel in de spuitzak. Maak een gaatje in de onderkant van de soesjes en vul ze met de roomkaas.
- Snijd van de in de eerste stap gemaakte port gelei mooie blokjes of ruiten. Spuit of schep de extra roomkaas op de soesjes en garneer het geheel met de portgelei.
